Nog even op de kaart kijken en dan leggen we de sleutel van onze kamer in een mandje en rijden we de oostkust tegemoet. Er lopen 2 routes van Gisborne naar de noordkust, de snelste 148 kilometer lang gaat binnendoor, maar de route die wij nemen is 327 kilometer lang en loopt via de kust. Langs deze snelweg zijn er geen supermarkten en telt de grootste plaats enkele honderden inwoners. Het is daarom ook heerlijk rustig op de weg en we nemen de tijd om van de vele vergezichten te genieten.
Na zo’n 50 kilometer stoppen we in Tolaga Bay, een mini vissersdorpje met een idioot lange pier van ongeveer 700 meter! Die lopen we natuurlijk wel helemaal af en op het einde staar je naar de grote leegte van de stille oceaan. Een paar mensen zijn aan het vissen, maar veel succes lijken ze niet te hebben hier.
We rijden verder en zijn blij dat onze vierwieler ’Old Toby’ weer heerlijk rijdt zonder gekke geluidjes. In het midden van het land bevindt zich Hikurangi, de hoogste berg in dit gebied. Met een beetje een platte bovenkant onderscheidt hij zich wel van de vulkanen hier in Nieuw-Zeeland. De eerste zonnestralen komen op Hikurangi en stond je op deze berg dan was je als allereerste in 2000! Een bijzondere plek dus en ook voor de Maori die hier wonen, want ook over deze berg zijn weer verschillende mythologische verhalen te vinden.
Te Araroa, de meest oostelijke plaats van Nieuw-Zeeland. Een gigantische Pohutukawa staat hier van ongeveer 600 jaar oud, daarmee is het de oudste Pohutukawa. Langs de snelweg zien we ook honderden Pohutukawa’s die tijdens kerst prachtig rood gebloeid hebben. Onderweg hebben we een duif aangereden die plots uit de berm kwam terwijl we met 80km/u langsreden. De duif heeft de klap niet overleefd en als we teruglopen van de boom komen we erachter dat de auto heeft nu een flinke deuk in de motorkap heeft.
Via de noordkust volgt de weg, nu met nog meer bochten door de bossen. Doordat het zo afgelegen ligt is er zelfs weinig landbouw te vinden en dat zorgt ervoor dat er nog veel bossen overgebleven zijn. Bij een mini-plaatsje tanken we weer vol en halen we een ijsje, want het is nog altijd verassend lekker weer!
We maken het rondje nog niet helemaal af en overnachten eerst op een camping in de ‘middle of nowhere’, letterlijk. Geen bereik, geen wifi en voor je afval moet je een uur rijden… We zijn met nog 2 anderen en mogen een plekje uitkiezen langs het kiezelstrand op het gras. Er wordt ons verteld waar de zon ondergaat en waar we hout kunnen zoeken voor een vuurtje… een vuurtje?! De eerste keer dat we een fikkie mogen stoken, wat afgelopen maanden niet kon vanwege de kans op bosbranden. Voordat de zon ondergaat zetten we de tent op, zoeken we aangespoeld hout wat een beetje droog is en dan maken we een lekker pastaatje en kijken we naar de ondergaande zon met bord op schoot.
We spoelen het pannetje en borden om met water en proberen we het vuur aan te steken. Na 2 lucifers begint het te branden en kunnen we langzaam bijvoeren. Even later zit de fik er goed in en ontbreken eigenlijk alleen nog de marshmallows. Heerlijk avondje zo, een knapperig vuurtje met op de achtergrond het geluid van de branding van de zee. Als het goed donker is laten we het vuurtje weer uitgaan en duiken we in de tent onder de wol want het wordt vrij koud vannacht.
De volgende ochtend worden we wakker gemaakt door diezelfde branding van de zee en pakken we de tent weer in onder een strakblauwe hemel. Wat kan kamperen toch heerlijk zijn! We ontbijten weer, kijkend naar de zee en rijden dan via Opitiki naar Ohiwa. Ook hier staan we op een camping, ditmaal iets drukker, vlak achter de duinen. Net nadat de tent goed staat begint het te stormen en wordt de tent nog een keertje op de proef gesteld.
Hier slapen we een paar nachtjes en maken een paar wandeltjes over het strand. We vliegen een paar keer met Sparky en de zonsondergangen zijn werkelijk prachtig! De laatste nachten in de tent waren vrij koud door de heldere nachten, maar dat levert wel weer mooie plaatjes op van de sterrenhemel!
Langs de Bay of Plenty rijden we naar Tauranga, de grootste plaats die aan deze kust ligt. Hier bevinden we ons meteen in de drukte van de stad. Ons hostel zit redelijk in het centrum en is vol met backpackers die daar werken, de keuken is de smerigste die we tot nu toe tegen zijn gekomen, maar we hebben wel weer een fijn matras om op de slapen. De enige volle dag dat we hier zijn besteden we goed door Mt. Maunganui op te gaan vanwaar je een uitstekend uitzicht over de stad die door de geografische ligging een hele gekke vorm heeft. Op de terugweg halen we nog een milkshake en langs de winkelstraat lopen we aan het einde van de dag weer terug naar ons hostel.
Op de dag dat we weg gaan lopen we nog even over het beste strand van Nieuw-Zeeland en daarna vervolgen we onze weg naar Matamata, de plaats bekend om de filmset voor Hobbiton en waar we 4.5 maand geleden waren.